Categorie archief: Mama’s

Marmeren

marmer2
Werkuitleg marmeren
Benodigdheden: schrijfmachine papier, platte schaal of bak ( minimaal 4-5 cm diep), behangerslijm, verf (blockprint op oliebasis), gereedschap voor het maken van het marmerpatroon (vork, kam, breinaald, tandestoker, sateprikker…..)
image001
1. Maak de behangerslijm aan. Het geheel moet wat stroperig zijn.
2. Doe de lijm in de platte bak (schaal)
image002
3. Komen er luchtbelletjes aan de oppervlakte, dan moet je die verwijderen. Leg een stukje krantenpapier op de lijm en trek het krantenpapier langzaam weer weg.
image003
4. Breng de verf in druppels aan op het oppervlakte van het lijmbad, en wacht tot de druppels verf iets in elkaar overlopen.
image004
5. Met een kam of satéprikker kras je in een bepaald patroon door de verf heen.
image005
6. Leg nu het papier glad op de oppervlakte en let daarbij op dat er geen luchtbelletjes onder komen.
7. Verwijder het papier weer met beide handen en even laten drogen …….
image006
8. Het papier op een hanger boven een oude krant laten uitdruppelen
9. Je kan eventueel een tweede afdruk maken ……
10. Verwijder de verf uit het bad met krantenpapier, doe er weer nieuwe verf in en herhaal het proces voor nieuw marmerpapier met een andere kleuren en motief.
marmer3
11. Na een droogtijd van maximaal 2 dagen kan het gemarmerde papier glad gemaakt worden. Door er een blanco papier op te leggen en het tussen een dik boek of onder enkele zware boeken enkele dagen te laten liggen wordt je marmerpapier mooi glad.
Je kunt niet alleen papier marmeren, maar ook zijde, kunstzijde en hout zijn geschikt om te marmeren.

Gehaakte Armband

gehaakte-armbandMateriaal:
-Verschillende kleurtjes wol geschikt voor haaknaald 4.25.
-Haaknaald 4.25mm
-Knoop

Afkortingen:
LS – losse steken
VA – vasten
ST – steken
OV – overslaan

Rij 1: Va in 2nd steek van de hoek, Va 6 meer, LS 22, OV 22 ST van het beging LS, VA 5 ST
Rij 2: LS 1, omdraaien, Va in dezelfde ST als vorige rij, Va 4 meer, LS 22, OV 22 ST van het beging LS rij (oppassen, niet draaien), Va in dezelfde 7 ST
Rij 3: LS 1, draai, Va in dezelfde ST als vorige rij, Va 1, LS 3 (dit maak het knoopsgat),OV 3 ST, Va 2, LS 22, OV 22 ST van het beging LS rij, Va in dezelfde 5 ST
Rij 4: LS 1, draai, Va in dezelfde ST als vorige rij, Va 4 meer, LS 22, OV 22 ST van het beging LS rij, Va 7
Rij 5: herhaal rij 1, afhechten.
Naai de knoop erop en…klaar!

gehaakte-armband2

Valentijn

DSCF4805Nog snel even voor Valentijn.
Chocolade hartjes gekocht.
OP de computer hartjes met tekst gemaakt en op roze papier uitgeprint.
Uitgeknipt en de chocoladehartjes aan de achterkant erop geplakt.
Zo kan ik ze morgen uitdelen.

Ideeën:
Op het bed van je liefste.
Stiekem op de tafels van de studenten neer leggen.
En op bureaus van collega’s.
En wat je nog meer kunt bedenken.
Ook doen?
Download dan hier het sjabloon voor word 2013:
hartjes-Valentijn word 2013
Download dan hier het sjabloon voor word 2007:
hartjes-Valentijn word-97-2003

Doosjes versieren

Op allerlei manieren kan je leuke spaandoosjes, theedozen, tekendozen versieren.
Met verf, glitters, servettechniek, decopatch, stofjes, behang etc.
Hier onder zie je enkele voorbeelden.

doosjes-1 doosjes-2 doosjes-3
doosjes-4 doosjes-5 doosjes-6
doosjes-7 doosjes-8 doosjes-9
doosjes-10 doosjes-12 doosjes-13

Doosje versieren met servetjes.

BENODIGDHEDEN
-voorwerp dat je wilt decoreren (houten doos, schilder paneel, bloempotje,)
-servettenlijm
-witte acrylverf
-penseel, sponskwastje of acrylrollertje
-bakpapier
-servetjes
Servetten kun je zowat op alle materialen kleven : hout, stof, blik, tegels, papier, dakpannen,
Wel is het nodig dat de ondergrond licht (liefst wit) gekleurd is, want een servet is heel dun en
laat de kleur van de ondergrond doorschijnen zodat de eigenlijke kleuren van het servet
verloren gaan bij een donkere ondergrond.
Daarom wordt de ondergrond eerst wit geschilderd, gebruik hiervoor een witte acrylverf.
Daarna kun je het servet gaan kleven.
Hiervoor bestaan 2 methodes : nat of droog.
Hier onder zie je enkele voorbeelden.

servetten-1 servetten-2

Smeer je voorwerp in met servettenlijm.
Dit kan je doen met een penseeltje, een sponskwastje of (voor grotere oppervlakten) een acrylrollertje.
Lijm hoeft niet dik opgebracht te worden, wel belangrijk is dat alles bedekt is.
Knip of scheur de stukken uit het servet.
Meestal gebruik ik deze methode voor grotere stukken en werk ik dus met een kwart, halve of zelfs hele servet.
Haal de achterste 2 witte laagjes van het servet af.
Leg dus enkel het bovenste laagje van de servet mooi glad op je ingelijmde ondergrond.
Leg bovenop het servet een stuk bakpapier .
Verwarm je strijkijzer voor (niet te warm, iets vóór de stand katoen) en strijk het servetje net zolang tot alles mooi glad vastplakt.
Begin voor grotere stukken in het midden en strijk zo naar de zijkanten toe, dit vermijdt plooitjes.
Bij houten voorwerpen bijvoorbeeld een doos kun je het teveel aan servet met een fijn stukje schuurpapier afschuren.
Voor deze methode is het nodig om nog te vernissen als je het voorwerp buiten wilt zetten.
Werk hiervoor het liefste met blanke vernis in een spuitbus.

Doosje versieren met verf en stickers.

Nodig:
– Doosje
-Acrylverf,
-Viltpakket,
-Vlinderstickers
-Roosstickers
-Decoratiestickers
-Knutsellijm
Hier onder zie je enkele voorbeelden.

Doosje-versieren-met-verf-en-stickers-1 Doosje-versieren-met-verf-en-stickers-3 Doosje-versieren-met-verf-en-stickers-2

1. Verf de doosjes met de acrylverf in de gewenste kleur. Laat ze drogen en verf ze indien nodig nogmaals.
2. Knip een reepje vilt en plak deze helemaal rond op de rand van het dekseltje. Zorg dat het vilt goed aansluit op elkaar.
3. Plak aan de zijkant van het doosje de 3D vlinderstickers, de roosjes of vilt figuren.
4. Plak ook een leuke sticker op de bovenkant van het dekseltje.
5. Je kunt het doosje natuurlijk ook helemaal naar eigen idee beplakken!

Baby teenslippers

(Voor een voetlengte van ongeveer 10 cm)
(0 tot 6 maand)) – haaknaald nr 3
teenslippers1

1e toer
– begin met een schuiflus
– haak 11 lossen

teenslippers2
– haak 1 half stokje in de derde lus vanaf de haaknaald

teenslippers3
– haak nu nog 7 halve stokjes : totaal 8 halve stokjes

teenslippers4
– haak 6 halve stokjes in de volgende losse. Hierdoor vormt zich een bocht.
– ga nu verder langs de onderkant van de lossen
– haak 7 halve stokjes
– haak 5 halve stokjes in de laatste losse
– sluit de toer met 1 vaste in de bovenste van de 2 lossen van het begin van de toer

teenslippers5

2e toer
– begin elke toer steeds met 1 losse bovenop de steek waarmee u de vorige toer gesloten hebt.
Steek voor het eerste halve stokjes steeds in de lus tussen
het 1e en 2de halve stokjes van de vorige toer.
– haak 8 halve stokjes
– haak 2 halve stokjes in elk van de volgende 5 steken

teenslippers6

– haak 8 halve stokjes
– haak 2 halve stokjes in elk van de volgende 5 steken en sluit de toer met 1 vaste in de 1e losse van het begin van de toer

teenslippers7

3e toer
– begin met 1 losse en haak 8 hs
– haak *2 halve stokjes in de volgende steek en 1 halve stokjes in de volgende steek* herhaal nog * * 4 maal
– haak 8 halve stokjes
– haak *2 halve stokjes in de volgende steek en 1 halve stokjes in de volgende steek* herhaal nog * * 4 maal
– sluit de toer met 1 vaste in de 1e losse van het begin van de toer
– kant af.

teenslippers8

– haak nog een 2de zooltje op dezelfde manier

teenslippers9

– leg beide zooltjes op elkaar en haak ze aan elkaar vast door er een rand van halve stokjes in een contrasterende kleur aan te haken.
– steek de haaknaald voor elke steek door beide zooltjes.
– werk heel zorgvuldig en stop de draadeindjes tussen de 2 zooltjes om ze weg te werken.

teenslippers10

– zoek het midden van het zooltje door de haaknaald in het verlengde te leggen met de beginlossen
– trek de contrasterende draad onder deze steek door naar de voorkant van het zooltje.
– let goed op de richting van de haaknaald
– deze steek vormt de basis van het tussensteenstuk

teenslippers11

– zoek nu het midden van de beide zijkanten van het zooltje door het zooltje te meten ofwel te tellen vanaf de laatste dubbele steek (in de hoofdkleur) en vanaf daar te tellen naar de 5e of de 6e steek eronder.
– maak aan de rechterkant van het zooltje in deze steek een lus met de draad die u eerder onder de middenvoorsteek trok en haak 24 lossen.

teenslippers12

– trek deze lossenketting met behulp van de haaknaald onder de middenvoor steek door.

teenslippers13

– zet nu de lossenketting vast aan de linkerkant van het zooltje met een vaste
teenslippers14

– haak in de ketting 9 halve stokjes voor het tussenteen stuk en nog 9 halve stokjes na het tussenteen stuk.
– zet aan het zooltje vast in de eerstvolgende steek.
– haak 1 losse en haak dan opnieuw over het riempje maar nu in stokjes.
– haak 7 stokjes voor het tussenteen stuk, sla 4 halve stokjes over (2 voor en 2 na het tussenteen stuk), haak nog 7 stokjes en zet vast op het zooltje in de volgende steek.
– kant af, stop draadjes in en naai eventueel een decoratie op de slipper.
Maak de 2de slipper op dezelfde manier.

Variaties:

teenslippers16

teenslippers15

 

Mandje van oude t-shirts

Dit mandje kun je met zpagetti haken.
Als je je haaknaald aangepast aan de dikte van de garen.
Door een kleinere haaknaald te gebruiken krijg je een mooier en steviger effect.

mandje-1

De zpagetti is gemaakt van oude t-shirt die in repen zijn geknipt.
Hoe je dat doet kun je lezen op:
Upcycling-van-t-shirt-naar-zpagetti/

Haak een ketting van 4 lossen en haak vast met een halve vaste tot een ring.
Toer 1: haak 6 vaste in de ring
Toer 2: haak 2 vaste in elke vaste (=12 vaste)
Toer 3: haak 2 vaste in elke 2de vaste (=18 vaste)

mandje-2
Toer 4: haak 2 vaste in elke 3de vaste (=24 vaste)
Toer 5: haak 2 vaste in elke 4de vaste (=32 vaste)

mandje-2

mandje-3

Toer 6: haak 2 vaste in elke 5de vaste (=36 vaste)
Toer 7: haak 2 vaste in elke 6de vaste (=42 vaste)
Toer 8: haak vaste in de achterste lus van elke vaste (=42 vaste)
Toer 9 t/m 20: 42 vaste

mandje-4

Kerstballen in een netje

kerstbalen 3

  1. Maak een Magische Ring met 6 vasten ( of 2 losse met 6 vasten in de 2de losse.)
  2. 2 vasten in elke vasten ( 12 vasten )
  3. Daarna maak je groepjes stokjes en groepjes lossen.
  4. De stokjes in de volgende toer haak je om de lossen.
  5. Zo komen de groepjes stokjes schuin boven elkaar te staan.
  6. Begin met groepjes van twee stokjes en twee lossen.
  7. Meerder na een of twee toeren door een stokje en losse aan de groepjes toe te voegen.
  8. Haak twee of drie toeren met groepjes van drie stokjes.
  9. Meerder opnieuw door een stokje en losse aan de groepjes toe te voegen.

kerstbalen 4

  1. Pas het netje regelmatig om de witte bal om te zien of je moet meerderen of minderen.
  2. Zorg dat het netje niet te strak om de bal zit, maar ook niet te ruim wordt.
  3. Minder door weer een stokje en loss per groepje weg te laten.
  4. Eindig de laatste twee toeren als bij 2 en 1.

Kerstbal met stippen

kerstbal-met-stippen-1

Benodigdheden: haakkatoen in de kleur die je wilt, fiberfill, lint en eventueel een belletje of mooie kraal.

1. Maak een Magische Ring met 6 vasten ( of 2 losse met 6 vasten in de 2de losse.)
2. 2 vasten in elke vasten ( 12 vasten )
3. 1 vasten 2 vasten in volgende vasten herhaal 6 keer ( 18 vasten )
4. 2 vasten 2 vasten in volgende vasten herhaal 6 keer ( 24 vasten )
5. 3 vasten 2 vasten in volgende vasten herhaal 6 keer ( 30 vasten )
6. 4 vasten 2 vasten in volgende vasten herhaal 6 keer ( 36 vasten )
7.t/m 11. 36 vasten

Haal nu een mooi lint door het gaatje aan de bovenkant en knoop dicht.

12. 4 vasten 1 minderen. Herhaal 6 keer ( 30 vasten )
13. 3 vasten 1 minderen. Herhaal 6 keer ( 24 vasten )
14. 2 vasten 1 minderen. Herhaal 6 keer ( 18 vasten )
15. 1 vasten 1 minderen. Herhaal 6 keer ( 12 vasten )

Vul de bal nu stevig op met fiberfill.
16. 6 keer minderen, hecht af en haal de draad door de overige 6 vasten en trek aan.

kerstbal-met-stippen-2

STIPPEN (8 keer )
1. Maak een Magische Ring met 5 vasten ( of 2 losse met 5 vasten in 2de losse )
2. 2 vasten in elke vasten ( 10 vasten ) sluit met een H vasten en laat draad hagen om stip op de bal te naaien

AFWERKING:
Naai de stippen op de bal.
Je kunt de bal ook groter maken, dan haak je gewoon wat meer stippen.
Ook kun je kiezen voor stippen in meerdere kleurtjes.

En als je de gehaakte stippen niet mooi vindt, kun je er ook vilten stippen op naaien.

Stoere baby gympen

babyschoentjes-1Deze trendy gympen zijn al bekend sinds 1908, vanwege hun eenvoud en sportieve uitstraling. Uniek, stoer en je kunt ze naar eigen smaak opfleuren door een frisse kleur te kiezen. Haak nu je eigen blitse sneakers!

Hoe maak je het?
Neem haaknaald nummer 3 en wit garen en vorm een opzet lus (foto 1) en haak een ketting van 12 losse, en keer om (foto 2)
1e toer: sla 1 losse, over en haak 6 halve vaste, 5 vaste, 3 vaste, in de opzet lus (foto 3 en 4)

foto-1-tot-4

En trek de opzetlus strak (foto 5). Haak nu verder door aan de andere kant met: 5 vaste, 6 halve vaste, en sluit de toer met een halve vaste, in de beginsteek van de toer = totaal 26 steken (foto 6). Keer niet om, maar haak rond vanaf nu.
2e toer: 2 losse, 1 vaste, in de halve vaste, waar mee gesloten is, 2 vaste, in de volgende steken 10 vaste, 2 vaste, in elk van de 3 volgende steken 10 vaste, 2 vaste, in de volgende steek sluit met een halve vaste, in de beginsteek van de toer = 32 steken (foto 7).
3e toer: 2 losse, 1 vaste, 2 vaste, in elk van de volgende 2 steken 8 vaste, 2 half stokje, 2 half stokje, in elk van de volgende 2 steken 2 vaste, 2 half stokje, in elk van de volgende 2 steek 2 half stokje, 8 vaste, 2 vaste, in elk van de volgende 2 steek sluit met een halve vaste, in de beginsteek = 40 steken (foto 8).

foto-5-tot-8

4e toer: 2 losse, 2 vaste, 2 vaste, in elk van de volgende 3 steken 12 vaste, 2 vaste, in elk van de volgende 3 steken 2 vaste, 2 vaste, in elk van de volgende 3 steken 12 vaste, 2 vaste, in elk van de volgende 3 steken sluit met een halve vaste, in de beginsteek = 52 steken (foto 9).
Breek het garen niet af; we gaan nu de zijkant van de zool maken (blijf rondhaken). Neem haaknaald nummer 2.25 en werk als volgt verder:
5e toer: 2 losse, haak 52 vaste, maar neem de steken niet op aan de voorkant (foto 10) maar aan de achterkant van de zool (foto 11) en sluit met een halve vaste, in de beginsteek (foto 12).
6e toer: 2 losse, haak 52 vaste, (steek op de normale manier in) = 52 steken (foto 12).

foto-9-tot-12

7e toer: 2 losse, haak 52 vaste, en steek hierbij in de achterste lus van de steken in zodat er een horizontale lijn ontstaat (foto 13) = 52 steken. Breek de draad af en stop hem in.

Zwarte bies: begin aan de achterkant en steek de haaknaald van de buiten- naar binnenkant (net boven de horizontale lijn en in de ruimte tussen twee steken in) en trek een lus van het zwarte garen naar buiten (foto 15). Steek nu weer de naald naar binnen (in de volgende ruimte), trek een volgende lus naar buiten en daarna door de lus op de haak = halve vaste (foto 16).

foto-13-tot-16

Ga zo door en werk helemaal rond. Knip de draad af, steek deze terug naar binnen en stop hem in (foto 17).

Teen: met haaknaald nummer 2.25. Hou vast met de neus van de schoen naar je toe, bepaal het midden van de schoen en markeer dat met een speld. Tel aan weerszijden 7 steken af en markeer na 7 steken met een speld (foto 18). Begin aan de rechterkant van het midden en neem de steken aan de achterkant op en haak 3 losse, en 1 stokje samen tot een cluster, haak 2 x 2 stokjes samen, haak 3 stokjes samen, haak 3 x 2 stokjes samen, 2 losse, en keer om (foto 19 en 20).

foto-17-tot-20

Haak 6 stokjes samen af (foto 21) knip het garen af en haal het door de laatste lus en stop het garen aan de achterkant in (foto 22)

Voorflap: met haaknaald nummer 2.25 en gekleurd garen: hou vast met de neus van de schoen naar je toe.
toer 1: neem op en haak 9 vasten (gelijkmatig verdeeld) aan de rechte bovenkant van de neus (van rechts naar links), eindig met 1 losse, en keer om = 9 steken (foto 23).
toer 2: wissen naar haaknaald nummer 3 en haak 2 vaste, in de eerste vaste, 8 vaste, 1 losse, en keer om = 10 steken.
toer 3: 2 vaste, in de eerste vaste, 9 vaste, 1.losse, en keer om = 11 steken.
toer 4: 10 vaste, 1 losse, en keer om = 11 steken.
toer 5: 10 vaste, 1 losse, en keer om = 11 steken.
toer 6: 2 vaste, in de eerste vaste, 10 vaste, 1 losse, en keer om = 12 steken.
toer 7: 2 vaste, in de eerste vaste, 11 vaste, 1 losse, en keer om = 13 steken.
toer 8: 12 vaste, keer om = 13 steken.
toer 9: sla 1 steek over, 2 vaste, 2 half stokje, 3 stokjes, 2 half stokje, 2 vaste, 1 halve vaste, = 13 steken (foto 24 en 25).

foto-21-tot-24

Knip het draad af en stop in.

Zijkant van de schoen: met haaknaald nummer 3 en gekleurd garen.
toer 1: pak de schoen vast met de zool naar beneden en de neus naar je toe. Markeer aan weerszijden de laatste 2 steken waar de neus is opgenomen van de zool (foto 26). Begin aan de linkerkant van de flap en neem die laatste steek op (foto 27) en haak 2 losse, ga verder richting hiel en neem op (aan de achterkant) en haak vasten tot aan de andere kant van de neus = 41 steken (foto 28).

foto-25-tot-28

Haak 1 losse, en keer om.
toer 2: haak 2 vaste, samen, haak verder met vasten tot middenachter en haak weer 2 vaste, samen, haak verder met vasten en haak de laatste 2 vaste, samen = 38 steken, 1 losse, en keer om.
toer 3: herhaal toer 2 = 35 steken, 1 losse, en keer om.
toer 4: herhaal toer 2 = 32 steken, 1 losse, en keer om.
toer 5 t/m toer 9: haak de eerste 2 vaste, samen, haak verder met vaste, en haak ook de laatste 2 vaste, samen, 1 losse, en keer om. Toer 9 heeft 22 steken (foto 29).
Knip het garen af en stop in.

Veters: markeer met 4 spelden de plaatsen waar de veters doorgeregen moeten worden (foto 30).
Haak met naald 2.25 en wit garen een ketting van 70 lossen en trek de lus van de ketting van binnen naar buiten door het onderste gaatje in de schoen (foto 31).
Haak een ketting van 7 lossen (foto 32).

foto-29-tot-32

Haal de lus van de ketting van binnen naar buiten door het onderste gaatje aan de andere kant van de schoen (foto 33).
Haak een ketting van 70 lossen, knip de draad af en trek de draad door de lus (foto 34).
Rijg de schoen verder in en rijg bovenaan de veters ook door de flap heen (foto 35).

foto-33-tot-35

Rond embleem met ster: maak met wit garen een opzetlus en haak (met haaknaald nummer 3): 2 losse, 9 half stokje, in de opzetlus (foto 36). Trek de lus dicht en sluit de toer met een halve vaste, in de 2e beginlosse (foto 37).

Volgende toer: maak 10 halve vaste, en knip de draad af en stop deze in (foto 38).

foto-36-tot-39

Plaats het embleem op de zijkant van de schoen en door met zwart garen de ster op het embleem te borduren bevestig je gelijk het embleem aan de schoen vast (foto 39). Werk de draden aan de binnenkant af.

Haak een gekleurd armbandje.

armband-haken (5)

Foto 1 t/m 4:
armband-haken (1)
Zet een ketting op van 36 lossen. (dit is geschikt voor mijn pols- meerder of minder met 5 losse)
Haak 1 losse om te keren en keer je werk. Haak in de eerstvolgende een vaste. Daarna in elke losse van je ketting een vaste haken: totaal 36 vaste. Haak 1 losse en keer je werk, haak voor de laatste keer de hele toer in vaste: 36x.

Foto 5 t/m 8: Boogjes:
armband-haken (2)
Keer je werk en wissel van kleur.
Begin met een vaste, sla 1 steek over, haak 4 stokjes in dezelfde steek, sla 1 steek over, een vaste. Dit herhaal je 8x: totaal 9 boogjes.

Foto 9 t/m 12: Hoe haak je ‘erop’.
armband-haken (3)
Wissel je van kleur.
De draad heb je ‘achter’ je haakwerk. Je haakt met je naald door je werk heen, je haalt de draad met je haaknaald van achter je haakwerk naar de voorkant van je haakwerk. Je hebt nu een lus op je haaknaald (zie foto 9) Steek je haaknaald weer door je werk heen in het volgende gat*. Haal de draad van achter naar voren (zie foto 10) nu haak je de draad met een ‘halve vaste’ op je haakwerk. (zie foto 11) Steek je naald weer door je haakwerk heen en haal de draad op, haak met een halve vaste de draad vast….. en ga zo verder tot het einde van de toer. Knip je draad af en trek deze naar de achterkant van je werk.

*Hoe groot of hoe klein je de ‘halve vaste’ op je werk haakt is afhankelijk van hoe groot je de lussen maakt en hoe groot je de afstand maakt tussen de steken die je ‘door je werk heen steekt’.

armband-haken (4)

Werk al de draadjes af.
Haak een lusje van ongeveer 8 of 10 lossen (net hoe groot je knoop is) als knoopsgat aan de ene kant.
Zet op de andere kant een klein knoopje en klaar ben je!

armband-haken (6)

Je kunt ook aan beide zijden een golfrandje gehaken. En versieren met kraaltjes..

armband-haken (7)